Word forms
- nl buitgemaakt ➜
- nl buitmaak (v) ➜
- nl buitmaakt (v) ➜
- nl buitmaakte (v) ➜
- nl buitmaakten (v) ➜
- nl buitmake (v) ➜
- nl buitmakend ➜
- nl maak buit (v) ➜
- nl maakt buit (v) ➜
- nl maakte buit (v) ➜
- nl maakten buit (v) ➜
- nl make buit (v) ➜
- nl maken buit (v) ➜